Dierenartsencentrum De Bosberg 016/567.141

Preventie

Preventieve zorg voor uw huisdier

Preventie

Preventieve zorg voor uw huisdier

  • Worms2 Darmparasieten bij hond en kat
  • Longworm bij hond of kat
  • Tick2 Vlooien en teken bij hond en kat
  • Tandverzorging bij hond en kat

Worms2 Darmparasieten bij hond en kat

Darmparasieten komen zowel bij honden als bij katten zeer regelmatig voor. De vaakst voorkomende besmettingen zijn die met spoelwormen en lintwormen. Af en toe zien we ook infecties met giardia. Ook aan toxoplasma besteden we even aandacht.

Spoelwormen leven in de darmen van honden en katten. Honden en katten besmetten zich door rechtstreeks contact met andere dieren, door contact met uitwerpselen van besmette dieren of door te lopen op plaatsen waar besmette dieren zijn geweest (bv parken, bossen, hondenweide,…). Ook via het vangen en opeten van prooidieren zoals muizen kan je huisdier besmet raken.

toxocariasis

Hoeveel last het dier van deze infectie heeft, hangt af van het aantal wormen dat in het lichaam aanwezig is. Als er veel spoelwormen in de darm aanwezig zijn, kan er bij jonge dieren een groeiachterstand ontstaan. Verder zien we ook klachten van braken en/of diarree (soms met wormen erin), vermageren en een doffe vacht. Bij katten zien we soms ook dat het derde ooglid beiderzijds zichtbaar wordt.

toxocariasis

Er is overigens nog een belangrijke reden om spoelwormen te bestrijden en dat is het risico dat ze vormen voor onze eigen gezondheid. Spoelwormen zijn besmettelijk voor de mens en kunnen ogen en hersenen aantasten. Zandbakken waarin honden en katten hun behoeften doen vormen bijvoorbeeld een concreet gevaar voor kinderen.

Lintwormen zijn lange platte wormen. Soms kun je stukjes van een lintworm aan de anus van je hond of kat zien plakken. Ze zijn dan ongeveer één cm lang en bewegen in het begin nog. Kort daarna verschrompelen ze tot de grootte van een rijstkorrel. Deze deeltjes van de lintworm bevatten grote hoeveelheden lintwormeitjes. De lintworm zelf is gemakkelijk te bestrijden met de inname een breedspectrum ontwormingsmiddel.

lintworm huisdier

De lintworm heeft een korte inwendige cyclus van drie weken waardoor je hond en kat zich makkelijk kunnen herbesmetten. Als er dus sprake is van een lintworminfectie, is een tweede ontworming een maand na de eerste zeker aan te raden. De besmetting met lintwormen verloopt bijna uitsluitend via de vlo. Bij honden en katten gaat een lintworminfectie meestal gepaard met een vlooieninfectie. Je huisdier tegelijkertijd behandelen tegen vlooien is dus geen overbodige luxe.

Het is belangrijk om je hond en kat regelmatig te ontwormen. Kies best een product uit dat zowel werkt tegen ronde wormen als tegen lintwormen. Ontwormingsproducten zijn beschikbaar voor honden en katten onder de vorm van tabletten, pasta of vloeistof. Voor katten zijn er ook pipetten beschikbaar die op de huid gedruppeld moeten worden (spot on product).

Pups en kittens tot 12 weken behandel je best om de twee weken. Bij dieren van 12 weken tot 6 maanden oud adviseren we om elke maand te ontwormen. Volwassen honden en katten met buitenbeloop worden best vier keer per jaar ontwormd, dieren die binnenshuis leven twee keer per jaar. Bij drachtige dieren is het nuttig om één keer te ontwormen vóór ze gedekt worden, dan nog eens twee weken vóór de bevalling en dan ook nog tijdens het zogen gelijktijdig met de pups of kittens.

Let op: Alle ontwormingsproducten doden op de dag van toediening de wormen die op dat moment in het lichaam aanwezig zijn. Ze beschermen je huisdier niet voor langere tijd, dit in tegenstelling tot producten tegen vlooien en teken!

Giardia is een eencellige darmparasiet. We zien giardia voornamelijk bij pups en kittens die in een grote winkel zijn aangekocht en bij dieren die in een asiel of pension verbleven hebben. Een heleboel honden en katten zijn drager van giardia zonder dat ze klachten hebben. Jonge dieren en dieren met een verminderde weerstand lopen meer kans om ziek te worden na contact met deze parasiet. Diarree als gevolg van giardia is vaak halfvast van samenstelling en er kan slijm of bloed bij zitten. Over het algemeen zijn de besmette dieren misselijk en soms braken ze ook. Met behulp van een sneltest, die we in onze praktijk kunnen uitvoeren, kan direct en met zekerheid een besmetting met giardia worden aangetoond. Omdat giardia niet continu uitgescheiden wordt via de stoelgang, is de kans om deze parasiet te vinden het grootst indien de test wordt uitgevoerd op een mengstaal stoelgang dat gedurende drie opeenvolgende dagen is opgevangen. Zodra de diagnose bevestigd is, kan een behandeling worden ingesteld.

Toxoplasmose is een infectieziekte die door een parasiet (toxoplasma gondii) van katten op mensen kan worden overgebracht. Veel mensen komen in de loop van hun leven met deze parasiet in contact, maar ze worden er zelden ziek van. Wie door de parasiet besmet wordt, merkt het meestal niet. Je bent hoogstens enkele dagen wat lusteloos, een beetje moe en vertoont wat opgezwollen lymfeklieren. De kat is een gastheer van deze parasiet. Een kat met toxoplasmose produceert enkel in beginfase van de besmetting gedurende enkele weken heel veel toxoplasmacysten. Een kat met een gezond immuunsysteem wordt niet ziek door een besmetting met toxoplasma en zal vrij snel voldoende afweer ontwikkelen zodat de toxoplasma besmetting spontaan geneest. Eens de cysten van toxoplasma via de ontlasting van de kat in de grond terecht komen, kunnen ze daar lange tijd overleven. Verse uitwerpselen van katten zijn niet gevaarlijk. Het gevaar voor besmetting treedt pas na drie tot vier dagen op. Hierna kunnen de uitwerpselen nog maanden lang besmettelijk blijven.

Als mens kan je op verschillende manier besmet geraken, bv door het eten van rauwe groenten die onvoldoende gewassen zijn en die in contact zijn gekomen met kattenuitwerpselen. Een andere besmettingsweg is het eten van rauw of onvoldoende verhit vlees. Als het vlees ingevroren of goed doorbakken wordt, sterven de cysten af. Besmetting van mens op mens komt niet voor. Ook rechtstreekse overdracht van dier op mens (bijvoorbeeld door aaien) is weinig waarschijnlijk.

toxoplasmose

Toxoplasmose kan gevaarlijk zijn als de parasiet via het bloed van een zwangere vrouw via de placenta op het ongeboren kind wordt overgebracht. Toxoplasma kan allerlei afwijkingen veroorzaken bij het ongeboren kind.
Als je zwanger bent, of van plan bent dat te worden, kun je via bloedonderzoek laten bepalen of er antistoffen tegen deze parasiet in je bloed aanwezig zijn. Als blijkt dat deze afweerstoffen aanwezig zijn, dan heb je de ziekte reeds in het verleden doorgemaakt en is er geen risico voor het ongeboren kind.

Katten lopen slechts één keer in hun leven toxoplasmose op en scheiden vervolgens gedurende enkele weken de besmettelijke toxoplasma cysten uit. Omdat je niet kunt weten of je dier de ziekte heeft, is het veiliger om het zekere voor het onzekere te nemen. Als zwangere vrouw kom je dus beter niet in aanraking met de uitwerpselen van je kat. De kattenbak schoonmaken is dus een klus die je beter aan anderen kunt overlaten. Het is dus niet nodig om uit angst voor toxoplasmose je kat weg te doen. 

Enkele voorzorgsmaatregelen: Was je handen voordat je voedsel klaarmaakt of gaat eten. Was groenten goed vóór je ze eet. Houd rauwe etenswaren en gebruikt keukengerei gescheiden van elkaar. Was je handen na het aanraken van rauw vlees. Eet geen (half-)rauw vlees. Draag handschoenen bij het tuinieren. Laat de kattenbak dagelijks door een ander schoonmaken, of draag hierbij handschoenen.

Longworm bij hond of kat

Longworm komt overal in Europa voor (Angiostrongylus vasorum bij de hond, Aelurostrongylus abstrusus bij de kat). Naaktslakken en huisjesslakken zijn tussengastheer van longworm. 

Longwormen bevinden zich, zoals de naam het zelf al zegt, in de longen van een hond of kat. De volwassen wormen leven in het hart en de grote longslagaders maar het zijn de larven van de worm die in de longen leven en de meeste schade kunnen aanrichten. Dat kan leiden tot onder andere hoestbuien, ademhalingsproblemen, hartklachten en zelfs tot overlijden.

Honden kunnen zich besmetten door het opeten van een slak, door contact met het slijmspoor van een besmette slak (knabbelen aan gras, drinken aan plassen) of door het opeten van kikkers. In België zijn 8.6% van de honden met klachten besmet met longworm. 3.6% van honden zonder enige klacht test positief voor longworm.

Katten kunnen besmet geraken door het opeten van een slak, door contact met slakkenslijm of door het opeten van een prooi (muis, vogel, kikker,...) die zelf een besmette slak heeft opgegeten.
8.3 % van de Europese katten zijn ondertussen besmet met longworm. 

Door verandering van ons klimaat (warmer en vochtiger) zijn er de laatste jaren méér slakken dan vroeger. Ook zijn er nu een pak meer vossen dan vroeger en daarvan is 53.6% besmet met longworm, zij verspreiden de larven via hun stoelgang.

Het slakkenseizoen komt overeen met het tekenseizoen, van ongeveer maart tot oktober maar is afhankelijk van het weer (vochtig en warm).

Bij honden zien we niet alleen problemen met de luchtwegen (hoesten, kokhalzen, moeilijk ademen, sneller moe zijn) maar ook verhoogde kans op bloedingen, een bloedneus of zwartgekleurde stoelgang. Verder worden soms ook een zwalpende gang of verlammingsverschijnselen gezien. Ook plotse sterfte is mogelijk.

Bij katten doet het ziektebeeld denken aan niesziekte: ze kunnen niezen, hoesten, maar ook neusvloei en koorts hebben.

Jammer genoeg kunnen de huidige bloed- en stoelgangtesten de parasiet pas bewijzen 5 tot 9 weken na infectie. Symptomen kunnen echter al optreden vanaf 5 à 7 dagen na infectie. Een negatieve test is dus geen bewijs van afwezigheid van longwormen...

Behandelen is gelukkig makkelijk én veilig én niet duur! Er bestaan tabletten en pipetten van verschillende merken. Sommige van deze producten zijn enkel een ontworming, anderen werken ook tegen vlooien, teken en schurftmijten. Honden die wel een slakje lusten of die wonen in een tuin met veel slakken, behandel je best maandelijks tijdens het slakkenseizoen. Hetzelfde geldt voor katten die veel prooien vangen en opeten.
Alle andere honden en katten behandel je best aan het einde van het slakkenseizoen (oktober/november).

Tick2 Vlooien en teken bij hond en kat

Vlooien

Vlooien zijn de meest voorkomende parasieten bij hond en kat. Ze komen gedurende het hele jaar voor. Ze voeden zich met het bloed van hun gastheer en veroorzaken huidirritatie door injectie van hun speeksel in de wonde. Ze veroorzaken niet alleen jeuk maar kunnen je huisdier ook besmetten met lintwormen. 

vlocyclus

Zowel honden als katten kunnen allergisch reageren op het speeksel van vlooien. In dat geval zal één enkele vlooienbeet je huisdier gedurende drie weken intense jeuk bezorgen. Een vlo legt meer dan 50 eitjes per dag. De eitjes kunnen zich na zes maand nog steeds gaan ontwikkelen tot volwassen vlooien. Daarom is het dus echt wel belangrijk om je huisdier het hele jaar door te behandelen.

vlo omgeving

Het is veel makkelijker om vlooien te voorkómen dan om ze te bestrijden, aangezien 95% van het probleem zich in de directe omgeving bevindt en slechts 5% op het dier zelf. Je huis kan dus een broednest worden van vlooien door de aangename temperaturen van de verwarming. Mensen kunnen ook door vlooien gebeten worden. Vlooienbeten lijken wat op muggenbeten maar meestal jeuken ze erger en vaak zijn er meerdere beten naast elkaar. In geval van een erge omgevingsbesmetting is het onvoldoende om alleen je huisdieren te behandelen. Ook de omgeving dient dan te worden behandeld.

Teken

Teken zijn kleine spinachtige parasieten. Teken voeden zich met het bloed van (onder andere) honden en katten. Wanneer een teek bloed zuigt, zien we vaak een ontstekingsreactie van de huid op die plaats. Die ontstekingsreactie kan gepaard gaan met uitgesproken roodheid en een harde zwelling onder de huid. In dat geval is een antibioticumkuur zeker zinvol.

tekencyclus

Teken kunnen ook ziektes overbrengen zoals de ziekte van Lyme (Borreliose). De ziekte van Lyme of Borreliose gaat bij de hond gepaard met koorts, gebrek aan eetlust, zwelling van de lymfeknopen en stijve gewrichten. Ga je naar het zuiden op vakantie, dan kan je hond ook via teken besmet geraken met de ziekte Babesiose die bloedarmoede en geelzucht kan veroorzaken.

Wat je kan doen: Controleer je hond en kat dagelijks op teken. Indien er aanwezig zijn, verwijder je ze. Teken verwijderen kan je met een tekentang of tekenpincet. Draai zonder te trekken en verdoof de teek NOOIT met ether. Teken zijn soms zeer klein en zijn dan moeilijk te vinden in de vacht. Preventief behandelen is dus de boodschap.

Preventie en behandeling van teken en vlooien kan door middel van een spot on product, een spray, een halsband of een tablet gebeuren.

Spot on producten: Deze druppels zijn allemaal toe te dienen rechtstreeks op de huid, best op een plaats waar het dier er zelf niet aan kan likken (bv ter hoogte van de schouders). Wrijf deze producten nooit uit met je vingers, laat ze gewoon van op korte afstand op de huid druppelen. De huid en de haren zien er altijd een beetje vettig uit op de plaats waar het product werd aangebracht. Het dier mag niet gewassen worden of mag niet zwemmen 2 dagen vóór en na de toediening van een spot on product. Sommige van deze producten doden alleen vlooien, andere doden zowel vlooien als teken.

Spray: Dit product dien je tegen de richting van de haren in over heel het lichaamsoppervlak van je huisdier te verstuiven.

Halsbanden: Er zijn verschillende merken halsbanden beschikbaar. Afhankelijk van het merk is de werkingsduur verschillend, met een maximum werkingsduur tot acht maanden. Sommige banden bevatten een poeder dat op de buitenkant van de band zit, andere werken via diffusie waardoor je geen product op je handen kan krijgen door contact met de halsband. Een aantal van deze halsbanden beschermen je hond ook tegen zandvlieg, wat belangrijk kan zijn als je naar het zuiden op vakantie gaat.

Tabletten: Er zijn ook tabletten voor katten en honden beschikbaar die vlooien en teken afdoden.

Welk product voor je dier het beste is, hangt af van de leeftijd en levensstijl van je dier en van de gezinssituatie. We helpen je graag bij het maken van een correcte keuze.

Tandverzorging bij hond en kat

80% van de honden en katten ouder dan drie jaar heeft tandproblemen! Een goede mondverzorging is dus van groot belang om de tanden en het tandvlees van uw hond en kat gezond te houden.

Mondproblemen beginnen vaak met een ophoping van tandplak, een kleverig laagje dat op de tanden wordt gevormd. Tandplak evolueert tot tandsteen en het tandvlees zal beginnen ontsteken. In verdere fase kunnen de tanden zelfs los komen te staan. Dit alles gaat gepaard met een stinkende adem en de infectie kan zich zelfs vanuit de mond gaan verspreiden naar hart, lever en nieren.

Hieronder zetten we op een rijtje wat je zelf kan doen om je huisdier een mooi wit gebit en een frisse adem te geven, zelfs op oudere leeftijd.

1) Geef je hond en kat alleen droge korrels te eten en vermijd blikvoer of tafelresten. Hoe harder en groter de brokken zijn, hoe beter de tanden proper geschuurd worden tijdens het eten. Hill's heeft zelfs een 'tandendieet' op de markt gebracht met de naam t/d. Dit zijn hele dikke brokken met veel vezels erin die de vorming van tandplak en tandsteen behoorlijk verminderen. Ook de brokken van het Hill’s Vetessentials gamma zijn groter dan gemiddeld en hebben een tandenreinigend effect.

2) Tanden poetsen is nog altijd de beste methode om tandplak en tandsteen te voorkomen. Het is niet voor niets dat wij mensen ook onze eigen tanden dagelijks poetsen! Voor onze honden (en katten) bestaat er een tandpasta met maltsmaak of gevogeltesmaak, die ze uiteraard mogen inslikken. We demonstreren je graag tijdens een volgende consultatie de verschillende stappen van het tanden poetsen.

tandverzorging kat

3) Er zijn ook kauwlamellen op de markt (Oral Bar, Orozyme sticks, VeggieDent...). Zij zijn alleen zinvol indien de hond er voldoende lang (minstens 10 minuten) op kauwt.

4) Verder bestaat er ook een ontsmettend mondwater (Vet aquadent) voor hond en kat. Hiervan moet dagelijks een scheutje aan het drinkwater worden toegevoegd. Deze smakelijke oplossing vermindert de vorming van tandplak en tandsteen en geeft je hond ook een frisse adem.

5) Een andere optie is Orozyme Bucco Fresh poeder. Bij dieren die het poetsen niet toestaan kan OROZYME Bucco-Fresh dagelijks aan het voeder toegediend worden. Het gemalen poeder op basis van algen komt via de bloedvaten tot in de speekselklieren terecht. Via het speeksel wordt de mondholte behandeld. De slechte adem verdwijnt na drie à vier weken na toediening: een eerste bewijs van verbetering van de mond- en tandhygiëne. In tweede instantie verweekt en verdwijnt de bestaande tandplak en kan de zachter geworden tandsteen gemakkelijker verwijderd worden door middel van poetsen.

Regelmatig zien we honden en katten met erg ontstoken tandvlees en met een dikke laag tandplak en tandsteen op hun tanden.

vies gebit hondvies gebit kat

Bij deze dieren is een volledige mondverzorging nodig. Dit gebeurt steeds onder volledige anesthesie. Eerst wordt het tandsteen met de ultrason verwijderd. Indien er tanden zijn die losstaan of die gaatjes hebben, dan worden die getrokken. Daarna worden de tanden gepolijst om ze terug glad te maken. Maar vervolgens is het natuurlijk de taak van de baasjes om de tanden van hun huisdier te blijven verzorgen om de vorming van nieuwe tandplak en tandsteen tegen te gaan! Wij helpen je natuurlijk om de beste producten hiervoor uit te kiezen op maat van je dier. Neem gerust contact met ons op indien je nog vragen hebt of met je dier wil langskomen voor een tandcontrole of mondverzorging.

Terug naar Medische info