Dierenartsencentrum De Bosberg 016/567.141

Konijn

Informatie over konijnen

Konijn

Informatie over konijnen

  • Huisvesting en verzorging
  • vaccine3 Vaccinatie
  • sex Castratie
  • sex Sterilisatie
  • Tandverzorging
  • Voeding
  • Eetbare planten

Huisvesting en verzorging

Konijnen kunnen perfect het hele jaar door buiten leven. Houd er echter wel rekening mee dat ze weliswaar goed bestand zijn tegen koude, maar niet tegen tocht, nattigheid, te felle zon en felle vrieskou. Een buitenhok plaats je best op een beschutte, windstille en schaduwrijke plaats. Zorg dat er genoeg ruimte is voor beweging. Kooien, eet- en drinkbakjes zijn best gemaakt uit een niet-giftig materiaal dat bestand is tegen het knagen. Meestal worden konijnen gehouden op strooisel. Een dikke laag hiervan neemt de urine goed op.

Als konijnen gedurende lange tijd verblijven in een te kleine kooi, dan kunnen ze gezondheidsproblemen krijgen of gaan ze zich vervelen. Zorg er dus voor dat je konijn een voldoende grote kooi ter beschikking heeft (de aanbevolen afmetingen van de kooi hangen af van het ras). Voorzie hooi en zorg voor een kooigenoot of speelgoed.

Een konijn kan ook binnenshuis gehouden worden en kan zelfs vrij rondlopen in huis, maar in dat geval moeten er wel een aantal voorzorgsmaatregelen genomen worden: Je zorgt er best voor dat de dieren niet aan elektrische leidingen kunnen knabbelen. Dit kan je doen door de leidingen te omhullen met hard en stevig plastic, of je kan leidingen en stopcontacten verschuilen achter de meubels zodat het konijn er niet bij kan. Sommige kamerplanten zijn ook giftig! Let er op dat je konijn niet knaagt aan synthetische stoffen zoals tapijt omdat dat het spijsverteringsstelsel kan doen blokkeren. Je kan om dit alles te vermijden je konijn ‘natuurlijke materialen’ geven om aan te knagen zoals hooi of twijgen van fruitbomen.

Konijnen zijn heel propere dieren. Als je ze vrij in huis wil laten rondlopen, kan je ze perfect leren om hun behoeften te doen in een kattenbak. Ook in de natuur kiezen konijntjes enkele plaatsen uit waar ze altijd hun behoeften gaan doen. Zindelijkheidstraining houdt dus weinig meer in dan het plaatsen van een kattenbak op een plaats (meestal een hoek) die het konijn zelf heeft gekozen om zijn behoefte te doen. Als vulling voor de kattenbak gebruik je best natuurlijke bodembedekkingen gemaakt op basis van alfalfa, granen of papier. Ook zand is een goed alternatief. Gebruik liever geen kattenbakvulling of producten op basis van hout want die kunnen schadelijk zijn als het konijn ervan eet.

Zorg er voor dat je konijn dagelijks hooi en groenvoer krijgt. Zo voorkom je heel wat gezondheidsproblemen.

Konijnen hebben een heel gevoelig spijsverteringsstelsel. Als de dieren minder goed of niet meer willen eten, moet daar direct de nodige aandacht aan besteed worden.

Indien je merkt dat je konijn niet meer wil eten of drinken, vermagert, ademhalings- of bewegingsstoornissen vertoont, vachtproblemen heeft of indien je andere abnormale zaken bemerkt, dan kan je beter contact met ons opnemen.

Controleer af en toe of de nagels van je konijn niet te lang worden, wij kunnen je ook leren hoe je nagels kan knippen en je een geschikte nagelkniptang bezorgen.

Konijnen leven gemiddeld zes tot acht jaar. Het konijn onderscheidt zich van andere zoogdieren door het verschijnsel van de caecotrofie. Dit betekent dat de dieren regelmatig hun eigen uitwerpselen opeten. Dit is een volkomen normaal gedrag. Deze uitwerpselen (caecotrofen) worden onmiddellijk na het verlaten van de anus door het konijn opgenomen en zijn een belangrijke bron van vitaminen en eiwitten. Aangezien de konijntjes dit gedrag meestal ’s ochtends vroeg vertonen, zal je er als baasje zelden iets van merken.

Konijnen worden best rustig benaderd. Je kan het beste beginnen met de dieren te aaien over de kop. Een konijn dat nog niet handtam is, kan best opgepakt worden bij het losse rugvel (nooit bij de oren!), waarbij de achterpoten ondersteund worden met de andere hand. Een handtam konijn kan opgetild worden door één hand te plaatsen onder de borst van het dier. Daarna kan je met de andere hand de achterhand ondersteunen. Denk eraan om het konijn altijd dicht tegen je aan te houden zodat het zich veilig voelt.

vaccine3 Vaccinatie

Konijnen zijn vatbaar voor enkele virale ziekten.

RHD (rabbit hemorrhagic disease) is een ziekte bij konijnen die wordt veroorzaakt door een zeer besmettelijk calicivirus. Het virus wordt overgedragen door direct contact tussen konijnen, via insectenbeten en via eten van besmet groenvoer. Het virus kent een snel ziekteverloop en heeft acute sterfte bij het konijn als gevolg. In de meeste gevallen is er voorafgaand aan de dood niks aan het dier te merken, af en toe worden benauwdheid en bloedingen gezien.

Er zijn twee types van RHD gekend. De type 1 variant is al langer gekend en daar werd al langer standaard tegen gevaccineerd. Eind 2015 brak bij ons echter een tweede type uit dat zorgde voor heel wat sterfte.
Tot op vandaag is er geen behandeling voorhanden om een konijn dat besmet is met RHD te genezen. Er kan intussen wel tegen beide types worden gevaccineerd.

Ook myxomatose wordt door een virus veroorzaakt. Typisch voor deze ziekte zijn knobbelige verdikkingen en zwellingen ter hoogte van huid, oogleden, anus en lippen. Deze ziekte wordt overgedragen via direct contact met andere konijnen, via insectenbeten en via contact met besmette materialen. Net als RHD loopt ook deze ziekte vaak fataal af.

Er bestaat een combinatievaccin tegen myxomatose en RHD type 1 en 2. Een eerste vaccinatie kan toegediend worden vanaf de leeftijd van vijf weken, nadien wordt het vaccin jaarlijks herhaald.

sex Castratie

Een mannelijk konijn of rammelaar is geslachtsrijp vanaf de leeftijd van vier tot vijf maanden. Castratie van een konijn is aangeraden in volgende gevallen:

  • Als geboortepreventie.
  • Ter preventie van agressie tussen mannelijke konijnen onderling.
    Opgelet: als mannelijke konijnen reeds hevig hebben gevochten, is het niet meer zeker dat het vechten na de castratie zal stoppen. Op jonge leeftijd castreren heeft hier zeker zijn voordelen!
  • Verminderen van ongewenst sproeigedrag.

Castratie kan al zodra de testikels zichtbaar zijn. Tijdens een castratie worden de testikels verwijderd, waardoor het konijn onvruchtbaar wordt en de productie van mannelijke hormonen stopt. Na de castratie is de rammelaar nog een tijdje vruchtbaar. Daarom moet hij ongeveer drie weken apart worden gehouden van een vrouwtje.

Deze ingreep gebeurt onder algemene verdoving met een zeer veilige gasanesthesie. Een konijn heeft een zeer gevoelig maagdarmstelsel. Het is zeer belangrijk dat je konijn na de ingreep en eenmaal terug thuis dadelijk begint te eten. Daarom blijven de konijntjes vaak tot de dag na de ingreep op de praktijk logeren. Dan kunnen we, indien nodig, de eerste uren na de ingreep extra pijnstilling toedienen en kunnen we controleren of het konijn een goede eetlust heeft vóór het naar huis gaat.

sex Sterilisatie

Een vrouwelijk konijn, ook wel voedster genoemd, wordt geslachtsrijp tussen drie en acht maand (dwergkonijntjes zijn vroeger geslachtsrijp dan een Vlaamse reus).

Een konijn heeft een geïnduceerde ovulatie, wat betekent dat het pas een eisprong heeft nadat het door een mannelijk konijn is gedekt. Hierdoor is de kans zeer groot dat het konijn drachtig is achteraf.

Een dracht duurt ongeveer één maand. Als je geen kleine konijntjes wenst, is het zeker zinvol om je konijn te laten steriliseren.

Belangrijke medische redenen:

  • Een konijn dat niet gesteriliseerd wordt, heeft 80% kans om een kwaadaardig gezwel van de baarmoeder te ontwikkelen
  • Je voorkomt er melkkliergezwellen mee
  • Intacte vrouwelijke konijnen kunnen onder invloed van hun hormonen behoorlijk agressief uit de hoek komen
  • Je voorkomt er schijndrachten mee

Bij de sterilisatie van een konijn worden zowel de baarmoeder als de eierstokken verwijderd. Een konijntje kan gesteriliseerd worden vanaf de leeftijd van zes maanden.

Als een konijn wordt binnengebracht voor een operatie mag het niet nuchter zijn! Je brengt best een hok mee waarin hooi en stro en wat groenvoer ligt. Het konijntje zal zich een stuk rustiger voelen als het in zijn eigen vertrouwde hok kan zitten en nog wat kan knabbelen aan hooi of groenvoer.

Als we een konijn onder anesthesie brengen, krijgt het eerst een kalmerende prik, daarna schakelen we over naar gasanesthesie waarbij de ademhaling en de hartslag met een bewakingsmonitor in de gaten worden gehouden. Er worden ook al een antibioticum en pijnstiller toegediend. Tijdens de operatie worden baarmoeder en eierstokken verwijderd, de huid wordt aan de binnenkant gehecht zodat er geen uitwendige draadjes zichtbaar zijn.

Als het konijntje veel aan haar buik likt na de operatie, dan kan er ook een Medical Pet Shirt voorzien worden om ongewenst likgedrag te vermijden.

Na de operatie verhuist het konijn naar de hospitalisatieruimte waar het onder een warme lamp rustig kan wakker worden.

Het konijn blijft dan gehospitaliseerd tot het wakker genoeg is om naar huis te gaan en tot het zelf gegeten heeft. Indien het konijntje de dag van de ingreep nog niet zelf gegeten heeft, blijft het een nachtje langer op de praktijk zodat we nog een pijnstiller via injectie kunnen toedienen en zodat we nog wat vloeibare voeding kunnen geven tot het konijntje terug zelf eet.

Tandverzorging

De tanden van konijnen groeien hun hele leven lang.

Het is daarom belangrijk dat konijnen een vezelrijke voeding eten. Aangezien deze voeding weinig calorieën bevat, eten ze dan vele uren per dag. Dit zorgt ervoor dat de tanden voldoende afslijten.

Soms loopt het fout met een konijnengebit, bv door een verkeerde voeding, door een trauma of door een aangeboren kaakafwijking. In dat geval zullen de tanden abnormaal lang doorgroeien, kunnen er mondletsels ontstaan door scherpe punten die prikken in de wangen en de tong en krijgt het konijn problemen met eten. In dat geval moeten de tanden geregeld bijgevijld of zelfs getrokken worden.

Het konijntje hieronder had aan de linker kant van de mond te lang doorgegroeide kiezen, deze werden onder anesthesie gevijld.

tandafwijking konijn

En het volgende konijntje had een aangeboren standafwijking van de snijtanden.

tandafwijking konijn

De snijtanden van dit konijn werden onder anesthesie verwijderd, aangezien het nog erg jong was.
Een alternatieve behandeling bij een ouder konijn zou zijn dat de snijtanden elke paar weken kort worden gevijld.

tandafwijking konijn

 

Voeding

Je bent de trotse eigenaar van een konijn? Bij deze een aantal tips om je huisdier in optimale conditie te houden.

Voeding en drank

Het konijn is een planteneter of herbivoor. Konijnen hebben een heel gevoelig spijsverteringsstelsel en hebben heel veel ruwe vezels nodig om hun darmflora in evenwicht te houden. Ruwe vezels vind je onvoldoende in de meeste commerciële korrelvoedingen. Vul die voedingen dus zeker aan met hooi en vers groen. Zo vermindert het risico op spijsverteringsstoornissen en voorkom je de vorming van haarballen in de maag. Een vezelrijke voeding zorgt er bovendien voor dat de tandjes voldoende afslijten, iets wat heel belangrijk is aangezien de tanden van een konijn levenslang blijven doorgroeien. Bij konijnen die eerder weinig beweging hebben en binnenshuis gehouden worden, is het bovendien beter om de hoeveelheid korrels wat te beperken en extra groenten en hooi te voorzien om overgewicht te vermijden. Wij raden dus aan om vooral hooi en groenvoer te voederen en de hoeveelheid korrelvoeding te beperken.

Een ontbijtje met korrelvoeding kan dus, de rest van de dag geef je je konijntje best alleen groenvoer en hooi te eten. Indien je toch korrelvoeding geeft, kies dan een voeding met een voldoende hoog ruwe vezelgehalte (+/- 19%) en kies een voeding waar geen zaden, maïs of cornflakes inzitten. Deze ingrediënten zijn niet geschikt als konijnenvoeding.

Het is beter om van verschillende groenten kleine hoeveelheden te geven dan van één groente een grote hoeveelheid. Let op met het geven van sla: enkele blaadjes kunnen geen kwaad, van grote hoeveelheden sla kan je konijntje wel diarree krijgen.

Pas ook op met het voederen van brood: brood bevat veel koolhydraten en kan ook spijsverteringsproblemen veroorzaken.

Zorg ervoor dat je konijn steeds groenvoer en hooi ter beschikking heeft. Een onderbreking van de voedselstroom kan de darmflora gaan verstoren.

Konijnen knabbelen graag aan takjes. Takjes van appelbomen of wilg zijn hiervoor geschikt. Drinkwater geef je best via drinknippels of in stenen bakjes. Zorg ervoor dat het konijn altijd vers en proper water ter beschikking heeft.

Hieronder volgt een lijstje met groenvoer dat je aan een konijn te eten mag geven.

Kruiden: paardenbloem, boerenwormkruid, zuring, zevenblad, brandnetel, weegbree, klein hoefblad, Dovenetel, kamille, herderstasje, duizendknoop, duizendblad, klaver, gras en hooi
Fruit en groenten: bloemkool, broccoli, rabarber, witte kool, bieten, groene kool, appel, andijvie, savooikool, spruitjes, wortelen, witloof, spinazie, peterselie, venkel
Bladeren en takken van bomen en struiken: framboos, appel, braam, peer, linde, haagbeuk, hazelnoot

Eetbare planten

Het konijn is een planteneter of herbivoor. Konijnen hebben een heel gevoelig spijsverteringsstelsel en hebben heel veel ruwe vezels nodig om hun darmflora in evenwicht te houden. Ruwe vezels vind je onvoldoende in de meeste commerciële korrelvoedingen. Vul die voedingen dus zeker aan met hooi en vers groen.

Er wordt wel eens vergeten dat wilde planten een mooie aanvulling kunnen zijn op gras, hooi en groenten. 
Hieronder een lijstje met eetbare planten:

Bermzuring

Boerenwormkruid

Brede weegbree

Duizendblad

Kamille

Klaver

Paardenbloem

Paarse dovenetel

Smalle weegbree

Witte dovenetel

Zevenblad

Ook bladeren en takken van bomen en struiken zoals framboos, appel, braam, peer, linde, haagbeuk, hazelnoot kunnen een leuke aanvulling zijn op het voer van je konijn!

Terug naar Medische info